Stoïcisme boek 6 | De kracht van loslaten volgens het stoïcisme
Er zijn momenten waarop het leven voelt als een touw, strak gespannen in je handen, terwijl je met alle macht probeert het niet te laten glippen. Maar hoe harder je trekt, hoe meer het snijdt. Het leven blijft bewegen, het trekt zich niets aan van je worsteling. Jij blijft achter met bloedende handen en de vraag waarom het nooit ophoudt.
Loslaten is geen nederlaag. Loslaten is geen opgeven. Het is het zachte gebaar van acceptatie, het leren dansen met de stroom van het leven in plaats van ertegen te vechten. Je kijkt naar alles wat je probeert vast te houden, oude dromen, verwachtingen die niet meer passen, mensen die verder zijn gegaan. En je vraagt je af: waarom draag ik dit nog steeds?
Epictetus zou tegen je zeggen: “Wens niet dat de dingen gebeuren zoals jij wilt, maar wens dat ze gebeuren zoals ze gebeuren.” Niet eenvoudig, wel noodzakelijk, als je innerlijke rust nastreeft en het goede wilt doen.
Buiten waait een herfstwind die de bladeren van de bomen plukt. Ze vallen zonder verzet, draaien in de lucht voordat ze de grond raken. Het is geen verlies, maar een deel van het verhaal, een stap naar iets nieuws.
Loslaten betekent ruimte maken. Voor lucht. Voor rust. Voor wat komt. Het is geen oproep om niets te voelen, maar een aanwijzing om jezelf toe te staan te ademen, te zijn, zonder het gewicht van wat niet langer bij je hoort.
Misschien is dit wel de grootste kracht van loslaten: de vrijheid om opnieuw te beginnen.