Stoïcisme boek 30 | Leven als een stoïcijn
Voor een stoïcijn begint elke dag met een ademhaling. Een eenvoudige beweging, een teken dat je er nog bent, dat het leven je opnieuw een kans geeft. En dat laatste, daar staan we eigenlijk nooit bij stil. We kijken vooruit, naar wat moet komen, of achterom, naar wat al verloren is. En ondertussen sluipt het heden voorbij, stil en onverstoorbaar.
De stoïcijn Marcus Aurelius, keizer van het romeinse rijk, schreef: “Sta elke ochtend op met de gedachte dat je een nieuwe dag hebt gekregen om je deugd te beoefenen.” Marcus nodigt ons hiermee uit om het leven te zien als een reeks kansen die je zou kunnen benutten.
Je denkt aan gisteren, aan de fouten, de gemiste momenten. Stoïcisme gaan ervan uit dat gisteren niet langer bestaat, behalve in je gedachten. Vandaag is een lege pagina, een nieuw begin, een kans om te kiezen wie je wilt zijn.
Elke dag is een nieuwe kans om aanwezig te zijn. Om een klein gebaar van moed, vriendelijkheid of rust te vinden. Misschien is dat het leven als een stoïcijn: niet proberen alles te beheersen, maar te kiezen om opnieuw te beginnen. En opnieuw. En opnieuw.
Buiten blaast de wind door de straten. De wereld lijkt onverschillig. Het maakt niet uit wat gisteren was, wat je hebt nagelaten of verloren. Het enige dat telt, is wat je vandaag doet.