Stoïcisme boek 3 | Omgaan met tegenslag volgens de stoïcijnen
Het leven houdt van verrassingen. Niet de zachte, zoete verrassingen die je hart lichter maken, maar de onverwachte klappen, de koude wind die door je ribben snijdt. Je staat stil, kijkt naar wat je is overkomen en vraagt je af hoe je door moet gaan. Er zijn geen antwoorden, alleen stilte en de tegenslag die je aankijkt alsof het je beter kent dan jij jezelf.
Epictetus, die zelf genoeg te verduren had, zou je aankijken met een blik vol begrip, maar zonder medelijden. “Het is niet wat je overkomt, maar hoe je erop reageert dat telt,” zou hij zeggen. En daar, in die woorden, ligt de kern van het stoïcisme: de erkenning dat je niet altijd kunt kiezen wat er gebeurt, maar wel hoe je ermee omgaat.
Je voelt de tegenslag in je lichaam. Het tintelt in je vingers, trilt in je benen. Maar in plaats van te vechten, probeer je te luisteren. Wat vertelt dit moment je? Wat laat het zien over jezelf, over de wereld? Misschien is tegenslag niet alleen een beproeving, maar ook een uitnodiging. Om sterker te worden, om helderder te zien, om te leren buigen zonder te breken.
De lucht buiten is grijs, de regen tikt tegen het raam. Het leven beweegt verder, met of zonder jouw toestemming. Je ademt in, je ademt uit. En ergens, diep vanbinnen, voel je een vonk. Misschien ben je sterker dan je denkt. Misschien is dit niet het einde, maar een nieuw begin.