Stoïcisme boek 13 | Stoïcisme en minimalisme: leven met minder
Je loopt door je huis en kijkt om je heen. De boeken die je nooit hebt gelezen, de kleren die je nooit draagt, de spullen die ooit belangrijk leken maar nu stof verzamelen. Alles spreekt tegen je, fluistert een verhaal over wat je dacht nodig te hebben, maar wat je zelden werkelijk aanraakt.
De stoïcijnen hadden niets met overdaad. “Het is niet de man met weinig, maar de man met veel die arm is, want hij verlangt altijd meer.”, schreef Seneca. Wat gebeurt er als je stopt met verlangen? Als je ruimte maakt in plaats van vult?
De lucht buiten is helder, leeg, en toch volledig. Je denkt aan hoe vaak je geluk hebt gezocht in dingen, in bezittingen die je leven beter zouden maken. Maar elk nieuw bezit kwam met een last: onderhoud, zorgen, het onzichtbare gewicht van ‘meer’.
Minimalisme, zoals stoïcisme, gaat niet over het weggooien van van alles en nog wat. Het gaat over kiezen, over kijken naar wat je echt nodig hebt om te leven. Om te overleven, om te leven, licht, vrij, verbonden met wat er werkelijk toe doet.
Je pakt een voorwerp op, voelt het gewicht in je hand. Je vraagt jezelf: heb ik dit nodig? Bezit het mij?
De wind buiten zet de takken van de bomen buiten in beweging. Je zet het voorwerp neer en ademt in. Leven met minder is ruimte maken voor wat telt. En misschien is dat meer dan genoeg voor jou.