Levenskunst 6 | Over de gevaren van zelfverheerlijking
Er is een stille kracht die ons dagelijks leven beïnvloedt, een kracht die subtiel maar diepgaand is: het ego. Dat innerlijke stemmetje dat ons influistert hoe belangrijk, hoe uniek en hoe onmisbaar we zijn. Het is verleidelijk om het ego te voeden, om onszelf te verheffen boven anderen, om te streven naar erkenning en bewondering. Als ik toegeef aan ‘de eisen’ van het ego, besef ik steeds weer hoe destructief het kan zijn.
Het ego belooft ons veel, maar levert vaak weinig op. Het geeft ons een gevoel van superioriteit, maar het is een leeg gevoel dat snel weer vervliegt zodra de realiteit toeslaat. Het ego drijft ons naar macht en controle, naar succes en status, maar deze dingen kunnen nooit de leegte vullen die het ego in ons achterlaat. Ze zijn oppervlakkige pleisters op diepere wonden die vragen om heel andere zorg.
Het ego belooft ons veel, maar levert vaak weinig op
Wanneer ik terugkijk op momenten in mijn leven waarin ik me liet leiden door het ego, zie ik hoe ik vaak vervreemd raakte van anderen en van mezelf. Het ego zet mij centraal in het universum, alsof alles en iedereen er is om mij te dienen en mijn behoeften te vervullen. Maar deze zelfverheerlijking sluit me af voor de wereld om me heen, voor de mensen die net zo worstelen en streven als ik. Het maakt me blind voor de behoeften en gevoelens van anderen.
De ‘tirannie van het ego’ kan ons leven gaan beheersen als we niet oppassen. Het creëert een constante honger naar meer – meer aandacht, meer succes, meer bevestiging. En hoe meer we ons ego voeden, hoe minder tevreden we lijken te worden. Dit is de paradox van het ego: het belooft ons vervulling, maar het levert nooit wat het belooft. In plaats daarvan brengt het een eindeloze cyclus van verlangen en ontevredenheid.
Er is een punt in mijn leven gekomen waarop ik begon te beseffen dat deze weg van zelfverheerlijking me nergens naartoe leidde. In plaats van vrede vond ik onrust, in plaats van verbinding vond ik isolatie. Het was een harde les, maar een noodzakelijke: ik moest leren om het ego los te laten, om mezelf niet langer te zien als het middelpunt van alles.
Het loslaten van het ego betekent niet dat ik mezelf moet wegcijferen of mijn eigenwaarde moet opgeven. Integendeel, het betekent dat ik mijn eigenwaarde op een dieper niveau kan vinden, een niveau dat niet afhankelijk is van externe bevestiging of materieel succes. Het betekent dat ik moet leren om tevreden te zijn met wie ik ben, zonder de drang om mezelf te bewijzen of te verheffen boven anderen.
Het ego is hardnekkig en vindt altijd nieuwe manieren om zichzelf te laten gelden. Er ligt vrijheid in het erkennen van het ego zonder erin verstrikt te raken. Ik kan het ego zien voor wat het is – een deel van mij, maar niet het geheel van wie ik ben. Door deze afstand te creëren, kan ik mezelf bevrijden van de tirannie van het ego en een leven leiden dat er niet door wordt gedomineerd.
In plaats van mezelf als het middelpunt van alles te zien, probeer ik nu mijn plaats in het grotere geheel te begrijpen. Ik ben niet meer en niet minder dan een ander mens, met mijn eigen kracht en mijn eigen zwakheden. Dit besef brengt me in contact met een dieper gevoel van verbondenheid, een gevoel dat ik deel uitmaak van een groter geheel waarin iedereen zijn of haar eigen unieke rol speelt.
Ik ben niet meer en niet minder dan een ander mens
Door het ego los te laten, ontdek ik dat er meer ruimte komt voor echte relaties, voor oprechte verbindingen met anderen. Ik hoef niet langer te concurreren of mezelf te bewijzen. Ik kan gewoon zijn, met al mijn onvolmaaktheden, en dat is genoeg. In deze eenvoud vind ik een diepe rust, een rust die het ego me nooit kon geven.
Het leven wordt minder een strijd om erkenning en meer een reis van ontdekken, van leren en van groeien. Ik kan nu genieten van het succes van anderen zonder afgunst en ik kan mijn eigen mislukkingen accepteren zonder schaamte. Dit is de vrijheid die ontstaat wanneer het ego zijn greep verliest, wanneer ik de illusie van zelfverheerlijking loslaat en mezelf accepteer zoals ik ben.
In deze acceptatie ligt een kracht die mij in staat stelt om met mildheid en begrip naar mezelf en naar anderen te kijken. Ik ben niet langer gevangen in de kooi van het ego, maar vrij om te leven met een open hart en een open geest. Het is een leven waarin ik niet langer streef naar grootheid, maar naar echtheid, naar het simpelweg zijn wie ik ben, in harmonie met mezelf en met de wereld om me heen.